Ooit was het een soort wedstrijd, of eigenlijk weddenschap, die Arend-Jan van DailyBrand en ik hielden als wij op bezoek gingen bij een voor ons nieuw bedrijf. De vraag waar het om ging: – waar staat de parkeerplaats van de directeur?!
Niet zelden – en ik druk mezelf politiek uit – troffen wij deze plaats prominent als eerste aan naast de voordeur van het pand.
Kennelijk vinden directieleden die dit doen – met uitzondering van hen die slecht ter been zijn – zich belangijker dan klanten en is de kortste weg naar binnen vooral voor hen bedoeld. De rest van de wereld mag volgen… Ridicuul natuurlijk, ongeacht in welke tijdsbeeld je dit plaatst. Klanten staan altijd op de eerste plaats.
Sterker, zoals hoogleraar aan de Radboud Universiteit Ap Dijksterhuis ook beschrijft, ons brein signaleert alles. Alles! Alles! Alles!
Bewust of onbewust, een klant neemt ook dit signaal mee in zijn waardering en besluitvorming. Mogelijk dat hij het niet bewust kan benoemen maar er knaagt ergens een gevoel bij hem dat iets niet lekker zit. En vanuit een overlevingsstrategie adviseert het brein ons om vooral géén risico te nemen. Om vervolgens de verkoper vertwijfeld achter te laten want die snapt er natuurlijk niks van. Zo’n klein detail als een parkeerplaat zegt dus veel.
Met het risico dat ik een ouwe lul genoemd ga worden: klanten zijn ons bestaan, ja, ook in dit ‘Ik eerst- tijdperk’. Je rent desnoods zelf met een paraplu naar buiten voor hen en wordt zelf drijfnat.
Wij zijn trouwens maar gestopt met wedden…de lol is er vanaf.